“Kanker verziekt niet alleen je relatie,
|
Vorige week kopte diverse media dat kanker niet veel goeds voor je relatie betekent. Toegegeven: een warme sfeermaker is het niet. En dan druk ik het zacht uit. “Kanker verziekt je relatie”, zo luidt de conclusie van onderzoek. Confronterend om te lezen. Confronterend om enkele interviews te zien op tv. Voor de partner is het leven met een kankerpatiënt soms een ware hel, zo blijkt op zijn minst achteraf. Mij ontgaat hier iets. Onder welke steen moet ik mezelf vandaan halen? Gezien mijn opwinding voel ik me blijkbaar nog op de tenen getrapt ook. Maar waarom?
Kanker verziekt in meer of mindere mate je leven dus dat die ziekte invloed op je relatie heeft, is nogal wiedes. Maar verziekt ‘ie ook daadwerkelijk je relatie? Ik begin te stuiteren…. Ik word er onrustig van. Dat wat ik met mijn partner heb is me meer dan lief. Is bijzonder. Is intens. Is van onschatbare waarde. Is als een bol van lava gevuld met liefde. Even schiet het door mijn hoofd: is mijn relatie dan ook verziekt zonder dat ik het in de gaten heb gehad? Hoe gaat het eigenlijk tussen ons? Schat ik dat verkeerd in? En wat heeft die ziekte dan al aangericht? We hebben toch vaak genoeg ‘echt’ contact en goede gesprekken. Zoveel geheimen hebben we niet (of het zijn hele goeie natuurlijk). Even vraag ik me af: zie ik het eigenlijk nog wel scherp? Langzaam maakt de ontsteltenis over de uitspraak dat mijn relatie verziekt zou zijn, plaats voor een ander soort gedachte. Wat vraag ik eigenlijk van mijn allerliefste levensgezel?
Ik zou in een spontane, onbezonnen bui eigenlijk zo gezegd kunnen hebben dat kanker mijn relatie verdiept heeft. Of gered. Dat klinkt ook heel mooi. Als ik de ziekte niet gehad had, was ik ergens in de laatste 15 jaar wel een keer aan werk ten onder gegaan. En of mijn relatie daartegen bestand was geweest, vraag ik me ernstig af. De kanker was de uithuwelijking met mijn werk echter net een stapje voor. De kanker was voor deze workaholic net op tijd en redt dus ook, zo zou je met een beetje gekheid zomaar kunnen stellen. Ik merk dat ik daarom ongelofelijk veel moeite heb met dat ongenuanceerde gebrul om media-aandacht. Hoezo zou kanker mijn relatie verzieken? Het bekt en kopt alleen lekker. Met welk doel is dat onderzoek gedaan? Wat schieten we ermee op? Ik twijfel geen moment aan het feit dat er huwelijken op de klippen lopen en relaties kapot gaan mede door deze rotziekte, maar deze algemene stelling schiet me in het verkeerde keelgat. Ik wed dat kanker minstens zo vaak verbroedert, relaties openbreekt, mensen dichtbij elkaar brengt en relaties intenser maakt. Maar is dat sexy genoeg om naar buiten te brengen? Is dat iets wat nieuw onderzoek genereert? Waarschijnlijk niet. Ik zie verder nog niet duidelijk wat het appèl moet zijn dat het onderzoek op ons als patiënt of als naaste doet.
Maar zoals altijd…..in alles zit iets goeds. Wat heeft deze opwinding mij gebracht? Nogal wat. Ik ga diep te rade bij mezelf en later bij mijn partner hoe ik vind dat we ervoor staan. Hoe verziekt zijn we? De thermometer slaat niet ver uit. Ik geloof dat materialisme, sociale media of de duivenvereniging op menig “kanker relatie” meer invloed heeft dan de ziekte zelf. Maar hoe zit het nou met ons? Ik ben me wel echt af gaan vragen wat ik als patiënt, als mens, als man, als partner mag vragen van degene wie ik het meest liefheb. Ik weet dat mijn einde geen lichtjaren ver weg ligt. Laten we voor het gemak en omwille van het realiteitsbesef eens aannemen dat het met een jaar of twee gepiept is. Dat is een levensverwachting die kort is maar een lange tijd om met iemand te ‘tobben’. Wat mag ik bijvoorbeeld vragen in een situatie waarin ik langzaam maar zeker minder kan? Waarin ik in huis steeds minder doe. Waarin ik ramen lappen tijden geleden al ingewisseld heb voor lui badderen met dennengeur. Aanvankelijk nog met schuldgevoel maar sinds mijn partner het zonder morren (en zonder strepen!) doet, is ook dat al goeddeels verdwenen.
Het blijft maar galmen: “Wat mag je vragen van de ander in een situatie als deze?” Wat vraag je onbewust van de ander als je libido soms dat van een soepstengel evenaart. Wat vraag je in een situatie waarin ik voel dat ik soms wat vaker wil leunen dan voorheen en waardoor ik voel dat patronen in onze relatie veranderen: hij de chauffeur, ik de bijrijder. Tot hoever wil ik dat zoiets gaat. Tot waar vind ik dat ik van mijn partner mag vragen er voor mij te zijn? Is de grens daar waar eigen geneugten opgegeven worden? Is monogamie eigenlijk wel een ethisch gezond uitgangspunt? Überhaupt kun je je dat afvragen maar helemaal in een situatie die je zo ongeveer uit kunt tekenen. Moest ik onze liberale houding daarin maar eens extra benadrukken; puur uit liefde. Mag ik dromen over thuis verpleegd worden door mijn eigen lief in mijn laatste maanden? Zijn wens, niet meteen de mijne. Kan je een dergelijke ontwrichting van het gewone leven, en een emotionele belasting van heb ik jou daar, echt van iemand vragen? Wat is mijn verantwoordelijkheid in het beschermen van mijn lief, soms tegen eigen wensen in? Volgens mij is die groot. En heeft die alles te maken met liefde en opoffering. Niet alleen zeggen maar ook (be)leven dat jij niet altijd de belangrijkste bent, ondanks de ziekte die jouw lijf als thuis gekozen heeft. Het schept geen onbegrensde verplichtingen voor de ander. En soms helpt het besef dat offers eigenlijk nooit vanzelfsprekend zijn. Dan zie je zoveel liefde. Zomaar tweezijdig!
Dat zijn zo de vragen en gedachten die het predicaat “verziekt” bij mij doen opborrelen. De vragen passen ons als een jas, het predicaat is echter misplaatst. De spinsels hierboven: ze mogen soms vragen blijven, maar ergens behoeft mijn vragenspel ook antwoord. In gesprek. Met elkaar. Kanker verziekt niet maar verdiept dus ook. Mede door dit soort ongenaakbare vragen, wordt het ook heel puur. Het is de essentie van houden van. En de essentie van de keuze om bij elkaar te willen zijn. Die bron van liefde is wellicht duidelijker, oprechter, intenser en mooier dan ooit tevoren. Je zou er de kanker bijna dankbaar voor zijn maar begrijp me goed: ik zou nog steeds graag bedanken voor in plaats van danken aan de kanker! Voor dat inzicht is geen vragenlijst nodig!
Volgend onderzoek graag!
Naschrift:
Natuurlijk leef ik niet in een ideale wereld waarbij elke relatie bestand zou zijn tegen de krochten van de ziekte kanker. Natuurlijk besef ik dat relaties pijnlijk tot hun einde komen, mede door kanker, en dat het leed dat daaruit voortkomt vaak niet te verteren is. Dát is ook niet wat ik hier wil zeggen. Wel heb ik een ode willen brengen aan de liefde, die evengoed waarheid is en bestaat naast de ellende. Aan kanker wordt mij iets te vaak alles gekoppeld dat erg en zielig is. Waardoor het een bastion wordt waar je ofwel niets meer van kunt vinden of nauwelijks kritisch op mag zijn ofwel waarmee alle emotie moet dwepen. Het heel hard roepen dat kanker hard op weg is vele relaties te verzieken, draagt m.i. niet bij aan “waarheidsvinding” maar ook niet aan een vol en volwaardig leven waarbij mensen 100% verantwoordelijk blijven voor hun leven. Het slachtofferschap en zieligheidseffect doen slechts hun intrede als ‘we’ niet wakker blijven. Met kanker, zonder kanker. Alleen zo kun je serieus genomen blijven worden en streven naar een vrij en onafhankelijk leven zonder obstakels van het zieligheidseffect.